Vertaal
Vertalingen zich voltrekken NL>FR
zich voltrekken (ww.) accomplir (ww.) ; effectuer (ww.) ; exécuter (ww.) ; fabriquer (ww.) ; réaliser (ww.) ; s'acquitter de (ww.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `zich voltrekken`
Voorbeeldzinnen laden....